Sprake van eigen schuld bij val van vlizotrap?
Op 15-05-2023 heeft de rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak waarbij een vrouw door het trapgat van haar zolder naar beneden is gevallen. Hierdoor heeft zij ernstig schedel-/hersenletsel opgelopen.
De uitspraak is hier terug te lezen. https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/resultaat?zoekterm=ECLI:NL:RBGEL:2023:3031&inhoudsindicatie=zt0&sort=Relevance&publicatiestatus=ps1
Wat is er gebeurd?
Het slachtoffer huurde (een deel van) een woning. Het betrof een kamer met keuken en verder een slaapzolder, die via een vlizotrap bereikbaar was. Het slachtoffer is ’s nachts door het trapgat van haar zolder gevallen. Hoe dit heeft kunnen gebeuren, is niet helemaal duidelijk; door de harde val kon het slachtoffer zich niets meer van het ongeluk herinneren.
Belangrijk in deze zaak is het feit dat de zolder alleen maar bereikbaar was via een zogenoemde vlizotrap; dit is een uittrekbare trap die naar de zolder leidt. Ook relevant is dat de verhuurder in deze zaak de zolder aan het slachtoffer verhuurde als woonruimte, waardoor er vanuit de wet bepaalde eisen gesteld worden aan deze ruimte. De ruimte voldeed daar niet aan omdat een traphek of enig ander hek ontbrak.
De (verzekeraar van) de verhuurder heeft aansprakelijkheid erkent en wordt in de procedure door de rechter gehouden aan deze erkenning. In de procedure staat verder centraal of sprake is van zogenaamde ‘eigen schuld’ aan de zijde van het slachtoffer.
Wat is eigen schuld in een letselschadezaak?
Eigen schuld staat omschreven in artikel 6:101 van het Burgerlijk Wetboek.
Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan het slachtoffer kan worden toegerekend, wordt de vergoedingsplicht verminderd door de schade over het slachtoffer en de veroorzaker te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, met dien verstande dat een andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft, indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.
Een klassiek voorbeeld is het niet dragen van een autogordel. Dit vergroot de kans op ernstig letsel. Het niet dragen van een autogordel is een omstandigheid die bijdraagt aan (de ernst van) de schade van een slachtoffer, waardoor sprake is van eigen schuld bij het slachtoffer. Dit houdt in dat de uiteindelijke schadevergoeding wordt verminderd met een bepaald percentage, bijvoorbeeld met 25%.
Wat stellen de partijen?
De verhuurder stelt dat het slachtoffer ofwel (1) ten val is gekomen doordat zij de vlizotrap heeft willen afdalen met haar dekbed om zich heen geslagen, ofwel 2) uit haar bed rechtstreeks in het trapgat is gevallen, wat kon gebeuren omdat zij zelf de keuze heeft gemaakt om haar bed naast het onbeschermde trapgat te plaatsen. Allebei de situaties zouden volgens de verhuurder moeten leiden tot een % eigen schuld voor het ontstaan van het ongeval en dus een vermindering van de schadevergoedingsplicht.
De rechtbank gaat niet mee in het standpunt van de verhuurder dat het gevaarlijk is om de achterzijde van een bed tegen de trapopening te zetten. Aangenomen moet worden dat de kans dat een volwassen persoon uit bed valt via het voeteneinde zodanig klein is dat het slachtoffer daar redelijkerwijs geen rekening mee hoefde te houden.
Verder stelt de rechtbank dat als vast zou komen te staan dat het slachtoffer de vlizotrap heeft willen afdalen met haar dekbed om zich heen geslagen, dat dit dan wel een omstandigheid is die aan haar kan worden toegerekend. De rechtbank oordeelt vervolgens dat het niet van belang is of dit komt vast te staan of niet. De rechtbank oordeelt dat deze mogelijke fout van het slachtoffer in schril contrast staat tot de ernstige normschending van de verhuurder. De in het Bouwbesluit 2012 gestelde normen zijn er juist op gericht om dit soort schades te voorkomen. De verhuurder had bovendien op betrekkelijk eenvoudige wijze het (val)gevaar kunnen beperken door wel een vaste trap, met leuningen, en een hekwerk rondom het trapgat te plaatsen. Van belang zijn ook de ernstige gevolgen (ernstig schedel-/hersenletsel) die het ongeval voor het slachtoffer heeft gehad. Tot slot speelt mee dat het slachtoffer een zwakkere positie heeft ten opzichte van de verhuurder en dat de verhuurder verzekerd is voor aansprakelijkheidsrisico’s. Al deze omstandigheden in samenhang bezien maken naar het oordeel van de rechtbank dat de vergoedingsplicht van de verhuurder, ondanks de eventuele eigen schuld van het slachtoffer, volledig in stand dient te blijven.
De vergoedingsplicht als bedoeld in artikel 6:101 BW blijft dus sowieso geheel in stand omdat de billijkheid dit eist wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten. De rechtbank beslist dat de verhuurder aansprakelijk is voor het ontstaan van het ongeval en 100% van de schade dient te vergoeden.
Luxius Advocaten staat voor u klaar
Heeft u letsel opgelopen en lijdt u schade? Neem dan gerust contact op met ons kantoor. Luxius Advocaten is gespecialiseerd in letselschadezaken en aansprakelijkheidskwesties en staat enkel slachtoffers bij. Wij kunnen u in een vrijblijvend intakegesprek voorzien van informatie over uw situatie en wat we voor u kunnen betekenen. Wist u bijvoorbeeld dat de kosten van een advocaat vergoed moeten worden door de aansprakelijke partij? Onze dienstverlening is voor u kosteloos.